Met tabellen kun je informatie indelen in rijen en kolommen, waardoor het materiaal makkelijker te begrijpen is. Je kunt tabellen gebruiken om alles te ordenen, van literaire elementen en resultaten uit practicumresultaten tot Swift-codevoorbeelden.
Voeg een tabel toe: Tik op de tabelknop in de knoppenbalk.
Swipe naar rechts en naar links voor meer stijlopties en kies een tabelindeling, met of zonder koptekstrij, koptekstkolom of voettekstrij.
Voer tekst of getallen in door dubbel te tikken op een cel en te typen. Tik op een andere cel om de inhoud aan te passen. Als je klaar bent, tik je op de knop om het toetsenbord te verbergen.
Voeg rijen en kolommen toe of verwijder ze: Tik op de knop om een rij toe te voegen om een rij toe te voegen of op de knop om een kolom toe te voegen om een kolom toe te voegen.
Je kunt hele rijen of kolommen bewerken: Tik op de letters boven de kolommen of de cijfers links van de rijen voor opties als ‘Sorteer’ of ‘Verwijder’.
Versleep de tabel om hem te verplaatsen of versleep een van de blauwe stippen om het formaat aan te passen.
Organiseer gedetailleerde stukjes informatie in presentaties met tabellen. Je kunt koptekstrijen of kolommen gebruiken voor hoofdcategorieën en daarna ondersteunende informatie toevoegen aan de rest van de tabel.
Gebruik een tabel om een beschrijving te geven van individuele rollen en verantwoordelijkheden voor een groepsproject. Maak voor elke rol een kolom. Plaats in de rijen daaronder een overzicht van de verantwoordelijkheden, materialen en belangrijke deadlines.
Voor meer overzicht en duidelijkheid kun je afbeeldingen aan cellen in een tabel toevoegen. Probeer een kolom toe te voegen aan een tabel. Voeg aan de kolom afbeeldingen toe die passen bij de tekst in elke rij.
Lees meer over het toevoegen of bewerken van een celDeel wat je hebt geleerd en help anderen het Apple Teacher-programma ontdekken.
Een link naar deze pagina in de Apple Education Community is gekopieerd naar het klembord.